Weer een bestelauto buiten de bijtelling

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Opnieuw heeft de rechter een naheffingsaanslag verworpen omdat een bestelauto (nagenoeg) uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor het vervoer van goederen. In dit geval gaat het om een Ford Transit van een installatiemonteur. Deze bestelbus is tijdens de zitting bekeken door de rechter. Het betreft een rode bestelbus met reclame op de buitenkant, waaronder de naam van het installatiebedrijf. Vanaf de achterzijde gezien bevindt zich in de laadruimte aan de rechterzijde een vaste stelling ten behoeve van het gereedschap, waaronder boormachines. Aan de linkerzijde is een open ruimte voor het vervoer van groot gereedschap en materialen, waaronder slangen, C.V.-installaties en dergelijke. Achter de zijdeur achter de bijrijderstoel bevindt zich aan de linkerzijde wederom (dezelfde) vaste stelling met daarin diverse lades, klein gereedschap en klein materiaal. Ook in de verhoogde vloer bevindt zich opbergruimte. Tevens bevindt zich daar een losse propaangastank voor werkzaamheden. In de cabine van de bestelbus liggen schoenen, slangen, tassen en papierwerk. Op het dak van de bestelbus is een imperiaal gemonteerd.

De monteur verklaart tijdens de zitting dat hij meewerkend voorman is en dat hij in die hoedanigheid gelijktijdig diverse projecten moet aansturen. Zo moet hij ervoor zorgen dat de materialen tijdig op de juiste plek zijn, zodat zijn collega’s door kunnen werken. Daarbij gaat het dan volgens hem om onder andere C.V.-ketels, rollen dakbedekking, badkuipen en veel gereedschap. Ook verklaart hij dat een groot deel van deze materialen na afloop ook weer mee terug gaat. Tijdens de bezichtiging van de auto verklaart de monteur dat er normaliter diverse soorten buizen, ladders en trappen op het imperiaal liggen.

Met betrekking tot de inrichting van de laadruimte van de bestelbus vindt de rechter het van belang dat er een vaste stelling is gemonteerd, die gebruikt wordt voor gereedschap, klein materaal en dergelijke. Door de inrichting is de laadruimte uitsluitend geschikt voor vervoer van materialen en gereedschap. Ook de cabine van de bestelbus is volgens de rechter dienstbaar aan het vervoer van goederen, omdat er in de cabine onder andere schoenen, slangen, tassen en papierwerk lagen. Daarnaast is de cabine dermate stoffig, vies en rommelig, dat deze ongeschikt is voor vervoer van personen, anders dan in het kader van het werk. Gezien de feitelijke werkzaamheden van eiser als meewerkend voorman, de inrichting en het feitelijk gebruik van de laadruimte, cabine en imperiaal oordeelt de rechter dat er in dit geval sprake is van een auto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen. Kortom, de naheffingsaanslag over de jaren 2007 en 2008 kan in de prullenbak.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Auteur: mr. H.A. Elbert
Bron: Rechtbank Arnhem 22 mei 2012, nr. AWB11/3356 en AWB11/3357

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *