HR hakt knoop door bij bepaling referentiewaarde BPM

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

De Hoge Raad heeft onlangs beslist dat er voor de berekening van de waarde van een zogenoemde referentieauto uitgegaan moet worden van het BPM-tarief dat geldt in het jaar van eerste tenaamstelling, en niet van het BPM-tarief in het jaar van import. De HR geeft de volgende overweging: 3.6. Bij arrest van 2 maart 2012, nr. 11/00785, LJN BV7393, BNB 2012/147, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de met ingang van 1 januari 2010 in artikel 10, lid 2, van de Wet in samenhang gelezen met artikel 8, lid 1, van de Uitvoeringsregeling voorgeschreven vermindering van de catalogusprijs in strijd is met artikel 110 VWEU en dat het daarin met betrekking tot het begrip ‘inkoopwaarde’ bepaalde buiten toepassing moet blijven, voor zover in die artikelen de handelsmarge bij de verkoop van nieuwe personenauto’s buiten beschouwing wordt gelaten. Niet is in dat arrest beslist dat het begrip ‘inkoopwaarde’ voor het overige niet ten grondslag ligt aan de vermindering van de belasting bedoeld in artikel 10, lid 1, van de Wet. Voor de berekening van de waardedaling van de referentieauto moet worden uitgegaan van het wettelijke begrip ‘inkoopwaarde’, welke waarde bestaat in de prijs waarvoor de referentieauto in nieuwe staat is aangekocht, met inbegrip van het wettelijk verschuldigde bedrag aan bpm ter zake van de registratie als ongebruikte personenauto. Deze prijs moet voor het bepalen van de procentuele belastingvermindering worden vergeleken met de prijs waarvoor die auto wordt verkocht in dezelfde gebruikte staat als de personenauto waarvoor het bedrag aan verschuldigde bpm moet worden bepaald. Hiervan uitgaande heeft het Hof in navolging van de Rechtbank het afschrijvingspercentage op de juiste wijze vastgesteld, aangezien het wettelijk verschuldigde bedrag voor de aan de auto gelijksoortige personenauto bij registratie in nieuwe staat – anders dan in het verweerschrift wordt betoogd – wordt bepaald door het in 2009 geldende tarief.”

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Auteur: mr. H.A. Elbert
Bron: Hoge Raad 19 oktober 2012 , 12/00962, LJN: BY0567

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *