Geen bijtelling bestelauto ondanks ontbrekend schriftelijk verbod

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Het Hof in Arnhem oordeelt in hoger beroep dat een hovenierbedrijf geen bijtelling hoeft te betalen, ondanks het ontbreken van een schriftelijk verbod op het privégebruik van een bestelauto van de zaak. Bij de Rechtbank kreeg het hoverniersbedrijf nog nul op het rekest. Wat is het geval?

Bij het hoveniersbedrijf staan vier bestelauto’s op de balans, waaronder een bestelauto van het merk Opel, model Combo C. De bestelauto is aan de zijkanten voorzien van het bedrijfslogo en beschikt over een afgescheiden laadruimte voorzien van een houten bodemplaat en stellingen/schappen. Naast de bestuurdersplaats is er een bijrijdersstoel. De bestelauto wordt door de maten en de werknemers van het bedrijf tijdens werktijd gebruikt voor veelal korte ritten, bijvoorbeeld om toezicht te houden op de hovenierswerkzaamheden ter plaatse, voor de exploitatie van het tuincentrum en tijdens het oogsten van fruit. De werknemers gebruiken hun eigen vervoermiddel voor het woon-werkverkeer. Alle bestelauto’s, behalve de Opel Combo, blijven na werktijd achter het bedrijfshek staan.

De inspecteur legt een naheffingsaanslag op omdat er geen kilometeradministraties worden bijgehouden en omdat het verbod op privé gebruik van de bestelauto niet schriftelijk is vastgelegd. De werknemers verklaren tijdens de rechtszaak dat er inderdaad een verbod op het privé gebruik is, maar dat mag het bedrijf niet baten bij de rechtbank. In hoger beroep keert het tij voor het bedrijf. De rechter geeft aan dat de volgende auto’s buiten de bijtelling vallen:

1. de bestelauto die door aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen; en
2. de bestelauto die buiten de werktijd niet gebruikt kan worden of de bestelauto waarvoor een verbod op privégebruik geldt.

In deze zaak claimt het bedrijf dat situatie 2 van toepassing is. Het Hof gelooft de verklaringen van het bedrijf en de werknemers. Dat er aanvankelijk geen schriftelijk verbod is opgesteld vindt het Hof geen bezwaar. De naheffingsaanslag komt daarmee te vervallen.

Neem voor meer informatie of een lezing over dit onderwerp vrijblijvend contact met ons op. Zie ook ons boek “De auto, zakelijk en privé”

Auteur: mr. H.A. Elbert
Bron: Gerechtshof Arnhem 19 februari 2013 (publicatiedatum 8 maart 2013) nr. 12/00450, LJN: BZ3579

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *