Niet altijd bijtelling bij een bestelauto van de zaak.

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Rijdt u in een bestelauto van de zaak, dan hoeft u niet altijd belasting te betalen op basis van het autokostenforfait (standaardtarief: ten minste 25% van de cataloguswaarde van de bestelauto). Soms komt u ook in aanmerking voor de – vaak veel – lagere bijtelling ter waarde van de werkelijke privékilometers maal de werkelijke kilometerprijs.De laatste ontwikkelingen in de rechtspraak heb ik op een rij gezet in het volgende artikel. Dit artikel heb ik geschreven voor het tijdschrift F&A Actueel.

F I S C A A L A C C E N T nr 11 / 3 september 2010/WERKGEVER/WERKNEMER –

Zoals u wellicht in de pers opgevallen is, is er de laatste tijd een versoepeling gaande rondom de bijtelling voor bestelauto’s. In de praktijk betekent deze versoepeling dat er in veel minder gevallen dan voorheen een bijtelling voor het privégebruik volgt. Althans, de bijtelling blijft dan beperkt tot het werkelijke aantal privékilometers maal de werkelijke kilometerprijs van de desbetreffende bestelauto, in plaats van de ‘normale’ bijtelling van ten minste 25 procent maal de cataloguswaarde. Hetzelfde geldt uiteraard voor de andere bijtellingstarieven.

Een nadere toelichting.
Wil er sprake zijn van een bijtelling met het autokostenforfait voor ondernemers of werknemers, dan moet de ter beschikking gestelde bestelauto aan een aantal voorwaarden voldoen. De wet zegt hier onder andere over: ‘Onder auto wordt verstaan een personenauto of bestelauto als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, met uitzondering van de bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen (…)’.
Is een bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen, dan is het autokostenforfait dus niet van toepassing.

Een noodzakelijke voorvraag
Gezien het voorgaande is het bij vragen over de bijtelling bij bestelauto’s altijd verstandig om eerst de voorvraag te stellen (en zo nodig te beoordelen) of de bestelauto mogelijk door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. In de praktijk gaan zowel de inspecteur als de adviseur regelmatig aan deze voorvraag voorbij. Dat is jammer, want het betekent dat ondernemers of werknemers vaak onnodig belasting betalen voor het privégebruik van deze bestelauto’s. Reden genoeg dus om nader op dit criterium in te gaan.

(Nagenoeg) uitsluitend geschikt
Wanneer is een bestelauto (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen? Uiteraard moet de bestelauto geschikt zijn voor het vervoer van goederen en mag het vervoer van personen de mogelijkheid tot goederenvervoer niet overheersen.Tot voor kort ging men er vanuit dat in deze speciale categorie alleen plaats was voor bestelauto’s met slechts een zitplaats voor de bestuurder. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een serviceauto. Bij twee of meer zitplaatsen was er alleen al om die reden automatisch sprake van een bijtelling, tenzij de bestuurder  tegenbewijs kon leveren. Medio vorig jaar kwam de Hoge Raad echter tot het oordeel dat er ook bij meer dan één zitplaats sprake kon zijn van een (nagenoeg) uitsluitende geschiktheid voor het vervoer van goederen. Inmiddels is  een aantal gelijksoortige uitspraken gedaan. Het genoemde arrest blijkt dus geen eendagsvlieg. De criteria zijn duidelijk versoepeld.

Versoepeling
Naast een bestelauto met één zitplaats, kan inmiddels ook een bestelauto met meer dan één zitplaats aangemerkt worden als een bestelauto die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. Deze bestelauto wordt dus niet meer op voorhand uitgesloten en een dergelijke bestelauto kan zelfs aan het criterium voldoen, als in de bestuurderscabine geen voorzieningen zijn aangebracht die zijn gericht op het vervoer van goederen. Dit blijkt uit de sinds mei vorig jaar gewezen jurisprudentie. De steeds verdergaande lijn in deze jurisprudentie wordt in dit artikel kort omschreven, met daarbij de uiterlijke kenmerken die er onder meer toe hebben geleid dat de rechter de  desbetreffende bestelauto’s kan aanmerken als (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen.

Zeer grote bestelauto’s met twee zitplaatsen

Zaak 1
Een bloemenhandelaar bezit een bestelauto die door de rechter als zeer groot wordt aangemerkt. Ter illustratie van de grootte dient het feit dat deze bestelauto niet in een ‘gewone’ parkeergarage past. Deze bestelauto is, naast de bestuurdersstoel, voorzien van een tweede zitplaats. Het goederencompartiment is voorzien van vaste stellages voor het vervoer van bloemen en planten.
Het oordeel: deze auto kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een bestelauto die (nagenoeg)  uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. Het feit dat er een tweede stoel in de bestuurderscabine  aanwezig is, bestemd voor de bijrijder of de hulp bij het laden en lossen van bloemen en planten, leidt er niet  automatisch toe dat er dan geen sprake meer kan zijn van een dergelijke bestelauto.

Zaak 2
Een bestelauto van een vloerbedekkinglegger is circa 5,5 meter lang, is voorzien van een verhoogd dak en heeft een  laadruimte van 3,75 meter. De bestuurder kan de auto door de afmetingen niet op een gewone parkeerplaats of in  een parkeergarage parkeren. Deze bestelauto heeft voorin een bestuurdersstoel en een zitbank. Deze zitbank is  bestemd voor de bijrijder of de hulp bij het laden en lossen van de rollen vloerbedekking. De verhoogde laadruimte is  afgestemd op het vervoer van rollen vloerbedekking en bevat stellages voor materiaal en gereedschap.
Het oordeel: voldoende is gebleken dat deze bestelauto, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm, de  specifieke inrichting en de afmetingen ten behoeve van de onderneming van belastingplichtige, moet worden aangemerkt als  een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor het vervoer van  goederen. Deze bestelauto is volgens de rechter zeer geschikt voor het doel waarvoor deze wordt gebruikt en is  daarmee minder praktisch geschikt voor privégebruik.

‘Normale’ bestelauto met meer dan twee zitplaatsen

Zaak 3

De bestelauto van een stukadoor beschikt over een scheidingswand tussen de laadruimte en de bestuurderscabine. De laadruimte is 10,8 m3 en is voorzien van een schuifdeur. In de bestuurderscabine is, naast de   bestuurdersplaats,  een anderhalfzitsbank geplaatst.
Het oordeel: ook als in de bestuurderscabine meer dan één stoel aanwezig is en die cabine geen voorzieningen   bevat die zijn gericht op het vervoer van goederen, kan onder omstandigheden sprake zijn van een bestelauto die   (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen.

Conclusie
Uit de jurisprudentie volgt dat de feitelijke inrichting van een bestelauto belangrijker is dan het feit of de bestelauto al dan niet met meer dan één zitplaats is uitgerust. Een uitgebreide omschrijving van de inrichting en het gebruik van de bestelauto moet de belastingplichtige bij voorkeur illustreren met foto’s van deze inrichting. Verder blijkt uit de jurisprudentie dat de rechter gewicht toekent aan het al dan niet bezitten van een andere, voor privégebruik geschikte, auto.

Auteur: mr. H.A. Elbert
Bron: F&A Actueel, nr. 11, 3 september 2010, jaargang 10. Wolters Kluwer
Jurisprudentie:
Hoge Raad, 29 mei 2009, nr. 43602
Hof Arnhem 27 april 2010, nr. 09/00296 en 09/00297
Hoge Raad, 18 september 2009, nr. 08/00707

2 reacties op “Niet altijd bijtelling bij een bestelauto van de zaak.

  1. Bart Rouwers schreef:

    Geachte heer, mr. Elbert, moet men in deze situatie nog wel een ingewikkelde km-registratie bijhouden? Of moet je alleen de prive km bijhouden? Bvd, Bart Rouwers

  2. Heleen schreef:

    Geachte heer Rouwers,

    Hartelijk dank voor uw reactie op mijn bericht over de bestelauto.

    Ik adviseer u om in dergelijke situaties nog wel een kilometerregistratie bij te houden. Dit is veel werk, maar voorkomt discussies met de Belastingdienst.
    Als u alleen de privékilometers bij wilt houden dan adviseer ik u om op een andere manier bewijs te verzamelen. Hierbij kunt u denken aan een werk- of projectadministratie waaruit de zakelijke kilometers zijn af te leiden. Als uw andere stukken dan weer aansluiten bij de privékilometers, staat u meestal ook sterk.

    Met vriendelijke groet,

    Heleen Elbert
    Belastingadviseur

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *