Is een rittenregistratie echt zo belangrijk?
Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.
Deze vraag komt – binnen en buiten de rechtbank – regelmatig aan de orde. Het antwoord op de vraag is zoals altijd niet zwart-wit. In de praktijk komt het erop neer dat een sluitende rittenregistratie een heel goed middel is om aan de bewijslast voor de bijtelling te voldoen, maar met de nuance dat hier de vrije bewijslast geldt. Oftewel: belastingplichtige mag met welk bewijs dan ook komen om het beperkte privégebruik van een auto van de zaak te onderbouwen. Ook zonder rittenregistratie of met een niet helemaal sluitende, herstelde of veel later opgemaakte rittenregistratie kan men aan de bewijslast voldoen. De crux zit in het laatste deel van de vorige zin: de bewijslast. Wanneer een auto ter beschikking is gesteld en onder de bijtelling valt, zit men namelijk aan die zware bewijslast vast. Het aannemelijk maken of met een verhaal onderbouwen dat het privégebruik beperkt is, is beslist niet voldoende, zo blijkt ook uit een recente uitspraak van de rechter.
Wat was er in deze zaak aan de hand?
Een dga rijdt in een auto van de zaak en vindt het – zo maken wij uit de uitspraak op – nogal een gedoe om alle ritten bij te houden. Hij stelt bovendien dat de auto regelmatig door anderen wordt gebruikt. Uit de uitspraak blijkt niet dat hij op een andere manier kan of wil onderbouwen dat het privégebruik niet boven de jaarlijkse 500 kilometer komt. In dat geval is het dus niet verrassend dat de rechter de bijtelling in stand laat. Ook de vergrijpboete blijft in stand, wat gezien de in de uitspraak vermelde onderbouwing wat minder logisch lijkt. Het enkele feit dat – kort samengevat – iedereen weet dat de bijtelling bestaat plus het feit dat belanghebbende geen rittenregistratie heeft bijgehouden zou niet afdoende moeten zijn wanneer het voor de dga op een andere manier pleitbaar zou zijn geweest dat de bijtelling in zijn geval achterwege had kunnen blijven. Uit dit deel van de uitspraak blijkt echter wel dat deze rechter er, ook voor het oordeel over de vergrijpboete, zwaar aan tilt dat de dga geen rittenregistratie heeft bijgehouden.
Wat is de tip?
Wanneer men in een auto van de zaak rijdt die onder de bijtelling valt, is het aan te raden om serieus naar de zwaarte van het aan te dragen bewijs te kijken, tenzij men ervoor kiest om de bijtelling te betalen. Hoewel een rittenregistratie daarvoor niet nodig is, is het in de praktijk vaak een van de beste manieren om aan de zware bewijslast te voldoen. Uit deze zaak blijkt bovendien dat de rittenregistratie mogelijk ook een vergrijpboete had kunnen voorkomen.
Heleen Elbert
(artikel geschreven voor Sdu BelastingZaken advies; verschenen in nr.7 juli 2025)