Crowdfunding, zoveel smaken: zoveel fiscale verschillen

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Crowdfunding, men komt het tegenwoordig steeds vaker tegen. Zoveel smaken als er zijn op het gebied van crowdfunding, zoveel verschillende gevolgen zijn er te onderkennen.

Definitie Crowdfunding is een alternatieve manier om al dan niet via een platform geld bij elkaar te sprokkelen voor een project, een bedrijf, een operatie, een instrument of wat dan ook. Hierbij kan men onderscheid maken tussen de zakelijke en de particuliere sfeer. In dit artikel wordt ingegaan op de gevolgen voor de IB, de Vpb en de schenkbelasting.

Particuliere sfeer

Geeft men geld aan een andere particulier om bijvoorbeeld diens droomwens te vervullen, dan zal er al snel sprake zijn van een schenking. Of de ontvanger hierover schenkbelasting moet betalen, hangt af van het totale geschonken bedrag en de relatie tot de gever. Geeft de ontvanger een meer dan symbolische tegenprestatie aan de schenker, dan vermindert dat de waarde van de schenking.

Bz-advies

Houd hierbij niet alleen de gewone vrijstellingen voor schenkbelasting in de gaten, maar kijk ook eens naar de minder bekende vrijstelling voor schenkingen aan personen die in financiële moeilijkheden verkeren.

Lening Gaat het niet om een gift, maar om een lening, dan is het een heel ander verhaal. Een lening van de ene particulier aan de andere komt in box 3 terecht, voor de een als vordering, voor de ander als schuld.

Ondernemerssfeer

Wanneer de ene ondernemer aan een crowdfunding voor een andere ondernemer deelneemt, komt bij de IB de zakelijkheidsvraag aan de orde (dit speelt minder in de vennootschapsbelasting). Heeft de ondernemer een zakelijk motief om te schenken? Dan zal de schenking vaak aftrekbaar zijn, hetzij als gift (in geval van een ANBI), hetzij als zakelijke kosten. Krijgt de gulle ondernemer in ruil voor zijn bijdrage een – meer dan symbolische – tegenprestatie dan is de waarde daarvan in principe belast als winst. De kosten die de begunstigde ondernemer daarvoor maakt zijn uiteraard aftrekbaar. De schenking is bij de begunstigde ondernemer meestal belast. Het maakt gewoon deel uit van de winst. Er geldt een uitzondering wanneer de ondernemer niet schenkt om bijvoorbeeld de kroeg voor het dorp te behouden, maar omdat hij de eigenaar persoonlijk zo aardig vindt.

Lening Ook hier is uiteraard de variant mogelijk dat de ene ondernemer via crowdfunding een lening verstrekt aan een andere ondernemer. De fiscale gevolgen hiervan zijn bij crowdfunding niet zoveel anders als bij de normale verstrekking van een lening. Mits zakelijk, komt dit bij de ene ondernemer op de ondernemingsbalans terecht als vordering en bij de ander als schuld. Mocht het mislopen bij het aflossen van de lening, dan kan het niet betaalde bedrag van de winst worden afgetrokken. Uiteraard onder voorbehoud van zakelijkheid. Bij de schuldenaar valt een kwijtschelding in de winst, tenzij de kwijtscheldingswinstvrijstelling van toepassing is.

Particulier/ondernemer

Schenkt een ondernemer geld aan een particulier, dan is dit aftrekbaar van de winst, mits zakelijk (zie hiervoor). Voor de particulier is zo’n gift belast met schenkbelasting. Uiteraard afhankelijk van de hoogte van het bedrag. In het omgekeerde geval heeft de particulier geen mogelijkheid om de schenking in aftrek te brengen (behalve bij een ANBI) en valt de gift bij de ondernemer in zijn belaste winst. De hiervoor genoemde uitzonderingen voor armlastige particulieren en sympathieke ondernemers zijn ook hier van toepassing. En bij een geldlening? De lening van de particulier aan de ondernemer valt voor de een in box 3 (tenzij er sprake is van de terbeschikkingstellingsregeling) en komt bij de ander als schuld op de balans. Bij een lening van de ondernemer aan de particulier is het omgekeerde het geval. Het spreekt voor zich dat ook hier een zakelijkheidstoets moet worden gedaan.

Externe crowdfunder/tussenloket Mocht er een externe crowdfunder bij deze funding betrokken zijn, dan is het van belang om te beoordelen wat er precies met het geleende of geschonken geld gebeurt. Vaak houdt deze derde het geld nog even vast tot een bepaald richtbedrag is gehaald. Wordt dit niet gehaald, dan ontvangt de begunstigde meestal niets en keert het geld (eventueel na aftrek van kosten) terug naar de schenker of geldlener.

Gaat het om een professionele crowdfunder/tussenloket? Dan is de winst die hij maakt bij het crowdfunden (denk aan ontvangen administratiekosten) belast en zijn de gemaakte kosten aftrekbaar. Omdat hij slechts functioneert als tussenloket, zijn er voor dit bedrijf geen schenkbelastingconsequenties.

  • Wil een klant via crowdfunding gelden aantrekken, wees dan bedacht op de fiscale gevolgen!

Auteur: mr. H.A. Elbert

Verschenen in BZ Advies 2021/09

Niet geschoten is altijd mis

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Niet geschoten is altijd mis: hoe je alsnog een belastingaftrek voor een medisch hulpmiddel kunt claimen door af te zien van de Wmo.

(Auteur: Heleen Elbert, verschenen in Belastingzaken nr. 4 2020)

In deze zaak gaat het toevallig om een traplift in een woning. En ja, ik weet dat de traplift op dit ogenblik helemaal niet meer aftrekbaar is, maar lees hiervoor in de plaats een nog wel aftrekbaar hulpmiddel waarvoor men een beroep kan doen op een tegemoetkoming van de Wmo (de Wet Maatschappelijke ondersteuning) en u snapt waar de belastingplichtige mee bezig is.

Achtergrond

Wanneer men een belastingaftrek wil claimen voor medische hulpmiddelen, gelden diverse voorwaarden. Zo moet het hulpmiddel bijvoorbeeld niet uitgesloten zijn (voor de liefhebbers: artikel 6.17 Wet IB) en moeten de kosten voor dat hulpmiddel op de belastingplichtige drukken. In artikel 6.18 Wet IB staan nog een aantal uitzonderingen. Zo staat er bijvoorbeeld dat de eigen bijdrage die men moet betalen voor de WMO niet aftrekbaar is van de belasting. Maar stel dat men vanwege een hoog inkomen geen Wmo-aanvraag indient, levert dit dan onbedoeld toch nog een leuke aftrekpost op?

De zaak

Of de belastingplichtige dit bewust heeft uitgedacht, of dat het een latere vondst van zijn adviseur is weet ik niet, maar als vakidioot vind ik de door belastingplichtige gekozen oplossing erg creatief. Hij kwam er namelijk achter dat hij teveel verdiende om echt gebruik te kunnen maken van de Wmo. Zijn eigen bijdrage zou gelijk zijn aan het bedrag dat hij voor de traplift af moest tikken, dus “Laat maar zitten”, was waarschijnlijk een van de gedachten die bij hem opkwam. Geluk bij een ongeluk (of briljante ingeving) was dat er op die manier geen sprake is van een niet aftrekbare eigen bijdrage voor de Wmo, maar wel van drukkende zorgkosten. Kortom, geen belemmering om het totale voor de traplift betaalde bedrag (minus drempels) in aftrek te brengen in de aangifte inkomstenbelasting. Dat de inspecteur hier anders over dacht, zal geen verbazing wekken.

De uitspraak

Tegen de tijd dat de zaak bij de Hoge Raad in behandeling komt, hebben beide partijen een keer gewonnen. De inspecteur krijgt gelijk van de Rechtbank: door deze ‘truc’ zou de functie van de fiscale aftrek als vangnet voor diegenen die niet op grond van een andere regeling vergoeding van hun kosten zouden kunnen krijgen niet tot zijn recht komen. Het Gerechtshof denkt er anders over: er is geen eigen bijdrage voor de WMO, dus de kosten voor de traplift zijn gewoon aftrekbaar. In cassatie wijst de staatssecretaris nogmaals op de vangnetfunctie. Bovendien is het niet eerlijk ten opzichte van de belastingplichtigen die wel een tegemoetkoming in de Wmo aangevraagd hebben. Hij gebruikt hiervoor het volgende cijfervoorbeeld:

 Aanvrager 1Aanvrager 2Geen aanvraag
Kosten traplift10.00010.00010.000
InkomenLagerGelijkGelijk
Eigen bijdrage9.50010.000
Tegemoetkoming50000
Aftrekbaar0010.000

Kortom: Bij de beoordeling van de niet-aftrekbare eigen bijdrage moet het niet uitmaken of een WMO-voorziening is aangevraagd of niet.

In eerste instantie krijgt hij gelijk van de Advocaat-Generaal. Deze geeft in zijn Conclusie aan dat je de wet op twee manieren kunt uitleggen:

1.     Letterlijk, dan heeft belastingplichtige een aftrekpost

2.     Op basis van de geschiedenis van wet, dan heeft de belastingplichtige geen recht op de aftrek omdat deze bedoeld is als vangnet.

De A-G adviseert de Hoge Raad om voor de tweede uitleg te kiezen.

De Hoge Raad gaat hier niet in mee: “wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten om de in art. 6.18, lid 1, letter d, Wet IB 2001 vervatte aftrekbeperking ruimer uit te leggen dan uit de tekst voortvloeit.” Kortom: geen Wmo-voorziening aangevraagd? Dan heeft men recht op de aftrekpost!

Tip: het is natuurlijk de vraag hoe lang het duurt tot de wetgever dit artikel aanpast, maar tot die tijd kunnen belastingplichtigen hier hun voordeel mee doen. Heeft men toch al geen of nauwelijks recht op een Wmo-vergoeding? Beoordeel dan de fiscale aftrekmogelijkheden en kijk of het zinvol is om de Wmo-aanvraag te laten zitten.