Auto met buitenlands kenteken? Voorkom naheffingen met boete

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.


Woont u in Nederland en rijdt u in Nederland met een auto (of motor) met buitenlands kenteken? Dan loopt u het risico op een forse naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en BPM.

Heeft u geen vrijstelling, dan krijgt u bij aanhouding meestal een forse naheffingsaanslag voor de motorrijtuigenbelasting en de BPM. Een boete van 100% is eerder regel dan uitzondering. Het maakt hierbij niet uit of de auto van u is of niet. Ook als u slechts kort in een buitenlandse auto rijdt, loopt u dit risico.

Meer informatie, hulp of advies nodig? Neem vrijblijvend contact op met Heleen Elbert, specialist op dit terrein.

Auto uit het buitenland gebruikt? Dat scheelt aanzienlijk in de BPM!

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Heeft u een gebruikte auto in het buitenland gekocht of bent u dat binnenkort van plan? Dan betaalt u minder BPM als de auto ook door de Belastingdienst als gebruikte auto wordt gezien. Ziet de Belastingdienst de auto als nieuw, dan betaalt u aanzienlijk meer BPM of moet u naar de rechter voor uw gelijk.

Als u een relatief nieuwe gebruikte auto uit het buitenland haalt, bent u naast omzetbelasting meestal BPM (een registratiebelasting) verschuldigd. Wanneer de Belastingdienst de auto als nieuw aanmerkt, is de verschuldigde BPM vaak (veel) hoger dan wanneer de auto als gebruikt kan worden gezien. Omdat dit verschil duizenden euro’s kan bedragen, is het zinvol om dit vooraf goed te bekijken.

De Hoge Raad oordeelde al dat bij een kilometerstand van 3.000 kilometer of meer de auto in ieder geval als gebruikt wordt aangemerkt. Gerechtshoven oordeelden nadien dat dit bij een kilometerstand van 1.566, 1.000 en zelfs 782 kilometer al het geval kan zijn. Is de kilometerstand lager? Dan is de auto in beginsel nieuw, maar kan deze door gebruikssporen en/of schade alsnog als gebruikt worden aangemerkt. Zo merkte een gerechtshof een auto met schade en met slechts 217 kilometer op de kilometerstand als gebruikt aan.

Heleen Elbert over Prinsjesdag en mobiliteit: auto en fiets van de zaak

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

10 september 2019

Uit het klimaatakkoord is gebleken dat de bijtelling voor elektrische auto’s per 1 januari 2020 omhoog gaat. Daar hoeven we op Prinsjesdag dus waarschijnlijk niet veel nieuws meer over te verwachten. Maar wat speelt er verder nog op 17 september rondom mobiliteit en wat zien we massaal over het hoofd? SalarisNet sprak Heleen Elbert, spreker tijdens de Personeel en Salaris Vakdag over dit onderwerp.

Elbert: ‘We hebben een tijdje terug het klimaatakkoord gezien. We weten dus al wat er waarschijnlijk met de bijtellingspercentages voor elektrische auto’s gaat gebeuren. Ook weten we dat er geen kilometeradministratie meer hoeft worden bijgehouden voor ter beschikking gestelde fietsen, maar dat er ongeacht het aantal privékilometers een vaste bijtelling komt. Toch zitten er nog talloze vragen in de details van de invulling van deze mobiliteitskwesties.’

Lees ook: Bijtelling elektrische auto’s omhoog: een rekenvoorbeeld

De korting omlaag

Een van die details is de uitwerking van het klimaatakkoord. Daar moet Elbert trouwens nog wel even iets van het hart. Er heerst namelijk een hardnekkige overtuiging dat er sprake is geweest van 4 procent bijtelling. Elbert: ‘Er zijn geen speciale percentages. Er zijn alleen de percentages van 22 procent bijtelling voor auto’s van 2017 of later (25% voor 5 jaar oude auto’s van voor 2017) en 35 procent voor auto’s die ouder dan 15 jaar zijn. De wet hanteert vervolgens een aantal kortingen op dat percentage. De bijtelling gaat dus niet omhoog, de korting gaat omlaag. Waar op het gebied van elektrische voertuigen nu een korting geldt van 18 procent, wordt daar per 1 januari 2020 een korting waarschijnlijk van 14 procent van gemaakt. Daarom gaat de bijtelling op elektrische auto’s van voor 2017 die ouder zijn dan 5 jaar ook naar 11 procent.’

Overigens blijven er wel auto’s bestaan waar nog 4 procent bijtelling voor geldt. Dat zijn namelijk auto’s die op waterstof en zonne-energie lopen. Daar zijn er niet zo veel van, maar uit deze maatregel blijkt wel waar de overheid dus ontwikkelingen in wil zien. Elbert verwacht gezien de stimulering van waterstof, zonne-energie en mindere mate ook elektrische voertuigen de nodige aanpassingen rond de bpm, motorrijtuigenbelasting en accijns op Prinsjesdag.

De details rond de bijtelling

Ondanks het Klimaatakkoord zouden er nog best een paar interessante zaken kunnen aankomen op Prinsjesdag. Elbert: ‘Belasting en zekerheid gaan niet samen. Het is al vaker gebeurd dat een nieuwe wet rond de auto van de zaak al bekend was gemaakt en vervolgens toch nog werd gewijzigd. Ook zijn een aantal aspecten nog niet uitgewerkt. Het is bijvoorbeeld best mogelijk dat de lagere bijtelling niet voor 60 maanden zal gelden. Die termijn staat namelijk niet in het klimaatakkoord. Wat dat betreft heb ik helaas ook geen glazen bol.’

Bijtelling fiets voor de zaak

Op dit moment moet je belasting inhouden over de werkelijke waarde van het privégebruik als werknemers een fiets van de zaak hebben (een ter beschikking gestelde fiets). Deze bepaal je door het echte aantal privékilometers te vermeningvuldigen met de werkelijke kilometerprijs van de fiets. Om dat te vereenvoudigen, komt er per 1 januari 2020 een bijtelling van 7 procent. Toch is Elbert niet onverdeeld positief over deze nieuwe regeling: ‘Als eerste vraag ik me af of mensen de huidige belasting überhaupt wel inhouden. Met een vaste bijtelling gaan die mensen er dus op achteruit. Maar deze regeling maakt het misschien ook minder aantrekkelijk om de fiets te nemen. Rijd je met een auto van de zaak niet meer dan 500 privékilometers, dan betaal je niets. Rijd je met de fiets van de zaak, dan heb je deze marge niet.’

Lees ook: Nieuwe rekenmethode fiets van de zaak

Vragen rondom bijtelling fiets

Ook zijn er nog een aantal aspecten in de regeling die Elbert aan wil stippen. ‘In deze regeling is er voor gekozen om bij de bepaling van de bijtelling te kijken naar de consumentenadviesprijs. Niet – zoals de werknemer mogelijk verwacht – de prijs die daadwerkelijk betaald werd en op de factuur staat. Het is dus mogelijk dat de bijtelling anders is dan verwacht. Ook moet je even goed nakijken wat een fiets is. Voor een simpel basismodel is die vraag makkelijk te beantwoorden. Maar hoe zit het met elektrische fietsen? Is een speed pedelec een fiets? Telt een snorfiets ook? Maar ik kan ook praktische vragen verzinnen. Hoe zit het bijvoorbeeld met het onderhoud van de fiets? Als de band lek is, wie regelt dat dan? Mag de werknemer dat onderhoud zelf doen en mag hij daar geld voor terugvragen? De werkgever is verantwoordelijk, maar hoe werkt het in de praktijk? ’

Lees ook: Fiets van de zaak: vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen?

Auto van de werknemer, fiets van de zaak

Als laatste vraagt Elbert zich af of de regeling voor een eigen auto en de regeling voor een fiets van de zaak wel samen gaan. Mogen die werknemers de kilometers met hun privéauto nog declareren? Er is door de fiets van de zaak per slot van rekening sprake van zogenoemd vervoer vanwege de werkgever. Moeten die mensen nu verplicht door weer en wind met de fiets naar het werk?

Heeft het mobiliteitsbudget nog nut?

Met al deze regelingen ontstaat de vraag of het mobiliteitsbudget eigenlijk nog wel nut heeft. Elbert denkt van wel, maar waarschuwt wel. ‘Het mobiliteitsbudget is gewoon een pot geld waarvan de werknemer elke maand mag reizen. Hij kan leasen, fietsen, het openbaar vervoer gebruiken of een combinatie van vervoersmiddelen maken. Maar dan kan een situatie ontstaan waarin het budget ruimschoots kostendekkend is. Dat kan het geval zijn wanneer hij per saldo meer dan 19 cent per zakelijke kilometer ontvangt. Kan de inspecteur aannemelijk maken dat de vergoeding ruimschoots kostendekkend is, en kan de werknemer het tegendeel niet onderbouwen, dan kan de privéauto, en straks misschien ook de eigen fiets in de bijtelling betrokken worden. Medewerkers met een mobiliteitsbudget die veel op de fiets komen, zouden dus in extreme gevallen geconfronteerd kunnen worden met een bijtelling voor hun eigen fiets. Ik verwacht niet dat de belastingdienst hier actief naar gaat speuren, maar het zou wel naar boven kunnen komen in een controle.’

Een zelfde probleem kan ontstaan met auto’s. De eigen auto van een werknemer kan op dezelfde manier in de bijtelling worden betrokken. Maar wat te denken van dit probleem: Een werkgever die een auto huurt en die ter beschikking stelt aan de werknemer creëert een situatie waarin bijtelling ontstaat. Maar wat als de werknemer zelf een auto huurt, betaalt en vervolgens declareert? Ook in dergelijke gevallen kan dit probleem spelen.

In het Klimaatakkoord is aangekondigd dat men in de toekomst denkt aan een mogelijke bonus bij een zuinig gebruik van een mobiliteitsbudget. Het is dus mogelijk dat dit risico in de toekomst tot het verleden gaat behoren.

Kilometerheffing en youngtimers

Elbert wacht met spanning op het wetsvoorstel Autobrief 3, maar vraagt zich af of die brief nog wel komt. ‘We hebben inmiddels het Klimaatakkoord gezien. Daar staan alle plannen al in. Mogelijk zien we het nog in de Prinsjesdagstukken. In de praktijk krijg ik bijvoorbeeld veel vragen over de youngtimerregeling. Deze regeling houdt in dat voor auto’s van 15 jaar of ouder een bijtelling geldt van 35 procent van de dagwaarde  (waarde in het economische verkeer). Deze regeling is interessant voor auto’s waarvan de dagwaarde fors lager is dan de originele cataloguswaarde. Er gaan geruchten dat deze regeling aangepast wordt. Dat zou met Prinsjesdag bekend gemaakt kunnen worden. Net als de plannen voor een kilometerheffing. Deze gaat straks alleen voor vrachtwagens gelden op bepaalde wegen en bekende sluiproutes. Maar je kunt er vergif op innemen dat personen- en bestelauto’s straks ook te maken krijgen met die heffing. Per slot van rekening starten ze nu al met drie verschillende proeftrajecten.’

Meer weten over mobiliteit? Kom naar de Personeel & Salaris Vakdag!Heleen Elbert geeft inzicht in de wijzigingen en de gevolgen voor werkgever en werknemer. Moeten we massaal aan de fiets van de zaak? Wat zijn de plannen voor de bijtelling? Kun je nog wat met het mobiliteitsbudget, en, last but not least: wat is het laatste nieuws van Prinsjesdag? Heleen Elbert praat u tijdens deze sessie helemaal bij.
Aan bod komt onder meer:PrinsjesdagAutobrief 3: het beleid voor de komende jarenNieuw in 2020: de bijtelling voor de fiets van de zaakEindejaarstips

Dien verzoek teruggaaf BPM bij export op tijd in

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Adviseer je klant om zijn verzoek om teruggaaf BPM bij export tijdig in te dienen. Als hij het verzoek niet binnen 13 weken indient, ontvangt je klant namelijk de BPM niet terug. Adviseer je klant ook om het verzoek aangetekend te verzenden. Een rechter besloot onlangs namelijk dat je klant het bewijs moet leveren dat hij het verzoek tijdig indiende. Kan je klant dat bewijs niet leveren en stelt de Belastingdienst dat het verzoek te laat is? Dan loopt je klant de teruggaaf BPM mis.

Exporteert een klant een auto naar het buitenland, dan kan hij recht hebben op teruggaaf van een fors bedrag aan BPM. Net als bij veel andere fiscale verzoeken, is bij een verzoek om teruggaaf van BPM de termijn essentieel. Let er daarbij ook op dat er nog andere eisen gelden waaraan je klant moet voldoen.

Bron(nen):

  • Rechtbank • 09-11-2017 • 16/2351 • ECLI:NL:RBZWB:2017:7741

Auteur: mr. H.A. Elbert voor Wolters Kluwer Avanzer Advies

Motorrijtuigenbelasting kan in de papieren lopen

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Het rijden in een geschorste of buitenlandse auto brengt grote fiscale risico’s met zich mee. Hetzelfde geldt voor het niet (helemaal) voldoen aan de regels voor de grijskentekenregeling. Maak je klant bewust van de gevaren! De naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting kan namelijk enorm oplopen en een boete van 100% is het uitgangspunt.

Bij een geschorste auto is het risico een naheffing van vier keer het kwartaalbedrag per keer (drie dagen betrapt worden is dus twaalf keer het kwartaalbedrag!). De naheffing wordt opgelegd aan degene op wiens naam de auto staat, ook al is het de fout van een ander.

Bij een buitenlandse auto is het risico een naheffing over een aantal jaren (!), tenzij je klant kan bewijzen dat de auto hem/haar toen niet ter beschikking stond. De naheffing wordt opgelegd aan degene die in de auto rijdt op het moment van aanhouding of flitsen.

Bij een bestelauto die niet aan de grijskentekenvoorwaarden voldoet is het risico een naheffing naar het hogere personenautotarief. De naheffing wordt opgelegd aan degene op wiens naam de auto staat, ook al is het de fout van een ander.

Privékilometers 0% auto tellen ook mee voor bijtelling vorige auto

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

De bijtelling is van toepassing wanneer je klant of een werknemer gedurende het kalenderjaar meer dan 500 privékilometers rijdt in de auto van de zaak. Minder bekend is dat dit maximum per persoon geldt en niet per auto. Dit bleek maar weer eens uit een rechtszaak waarin iemand zijn 25% bijtellingsauto in november verruilde voor een auto met 0% bijtelling. Per auto reed hij in dat jaar zo’n 300 privékilometers, in totaal dus meer dan 500. Het gevolg was een bijtelling voor beide auto’s. Een goede voorlichting vooraf had hem deze bijtelling kunnen besparen. Adviseer daarom je klant die van auto wisselt over de gevolgen voor de bijtelling.

Auteur: Mr. H.A. Elbert

Deze advieskans kunt u – met een bijbehorende adviesbrief – vinden op Avanzer Advies van Wolters Kluwer