Boetes, burgers en buitenland (De Nederlandse autobelastingen zijn duidelijk niet voor watjes)

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

NTFR 2022/3740

NTFR 2022/3740 – Boetes, burgers en buitenland (De Nederlandse autobelastingen zijn duidelijk niet voor watjes)



mr. H.A. Elbert

oud-belastinginspecteur. Zij is werkzaam als zelfstandig fiscaal-jurist via www.elbertfiscaal.nl. Daarnaast is zij als promovenda autobelastingen verbonden aan de Erasmus Universiteit.

Quasi voor de grap poneer ik weleens de stelling dat er twee soorten autobelastingen zijn: de autobelastingen voor watjes en de echte autobelastingen. Met de ‘autobelastingen voor watjes’ doel ik dan met name op de bijtelling c.q. de toepassing van het autokostenforfait en de omzetbelastingregels zoals de btw-correctie op het privégebruik van de auto van de zaak. Natuurlijk zitten daar ook de nodige haken en ogen aan. Denk alleen al aan het verschil in de bewijslastproblematiek (doen blijken versus aannemelijk maken) en het verschil in de behandeling van het woon-werkverkeer. Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan, nietwaar? Waarom ik dit dan toch autobelastingen voor watjes noem? Dat is omdat deze fiscale regels omkleed zijn met het aura van redelijkheid en billijkheid en dan ook nog het doel en de strekking van de wet lijken te dienen. Nee, dan de ‘echte’ autobelastingen: de motorrijtuigenbelasting (Wet MRB 1994, hierna: MRB) en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (de BPM)! Daar hebben ze nog nooit gehoord van redelijkheid en billijkheid. En – hoewel ik toegeef dat ik iets overdrijf voor het dramatische effect – bij de MRB en de BPM is het gewoon een kwestie van ‘betalen en niet zeuren’! Gaat er iets niet helemaal goed? Bam! Daar doen we dan gewoon standaard 100% boete bovenop, en klaar is Kees. Leuker kunnen we het niet maken, rechtvaardiger zeker niet.

Wordt er door belastingplichtigen misbruik gemaakt van de MRB- en BPM-regels? Natuurlijk, zolang er belastingregels zijn, zijn er mensen die er misbruik van maken. Maar is het dan rechtvaardig om die legislatieve frustratie op nietsvermoedende burgers uit te leven? Wat mij betreft is het antwoord een volmondig nee. Dit is overigens zeker geen pleidooi voor het straffeloos laten van allerlei constructies, maar te ver doorschieten naar de andere kant kan wat mij betreft ook niet de bedoeling zijn.

Mag ik een paar voorbeelden noemen van keiharde wetgeving?

Onbewuste import

Kijk eens naar art. 1 lid 6 BPM. Ik vermoed dat iedereen wel weet dat je tegen belastingproblematiek aan loopt wanneer je een auto uit het buitenland importeert. Wie dat doet, schakelt doorgaans een specialist in of duikt ter voorbereiding in de geldende regelgeving. Maar ik vermoed dat niet iedereen weet dat je ook onbewust een auto kunt importeren. Dit doe je door als inwoner van Nederland (ex art. 4 AWR) van de Nederlandse weg gebruik te maken in een auto zonder Nederlands kenteken. Kortom, zit jij in Nederland achter het stuur van een buitenlandse auto (dit is per slot van rekening een auto zonder Nederlands kenteken), dan importeer je een auto tenzij 1) je daarvoor een vergunning hebt of 2) de eigenaar van deze auto zich bij jou in de auto bevindt. In art. 1 lid 6 BPM staat namelijk:

‘Ingeval een niet ingeschreven (…) auto (…) feitelijk ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, is de belasting (HE: BPM) verschuldigd (…).’

Let wel: het is voor de heffing dus niet relevant of je de eigenaar van de auto bent. Met andere woorden: de heffing is zelfs verschuldigd wanneer je de auto gehuurd, geleend of gestolen hebt. Eenieder wordt geacht de wet te kennen, toch? En dan heb ik het nog niet eens gehad over de 100% boete die je krijgt opgelegd wanneer je niet zelf BPM-aangifte hebt gedaan van dit belastbare feit. Bovendien loop je het risico dat je een naheffingsaanslag MRB krijgt voor de vijf afgelopen jaren, tenzij je aannemelijk kunt maken dat deze auto jou een kortere periode ter beschikking heeft gestaan. Ook hier is de boete 100%, hoewel in de MRB heel af en toe het begrip ‘menselijke maat’ wordt toegepast door de rechter en door sommige inspecteurs. Uiteraard zijn er bestuurders die welbewust de kans nemen op deze aanslag, maar in mijn praktijk ben ik ook eens een negentienjarig meisje tegengekomen dat met een aantal andere jongeren aan het carpoolen was naar Polen in een auto met een Pools kenteken. Bij een douanecontrole zat dat meisje aan het stuur en zij werd vervolgens verblijd met een naheffingsaanslag van een paar duizend euro. Omdat zij te laat was met haar bezwaarschrift, heb ik dit niet voor haar uit kunnen vechten, en dat zit mij nog steeds dwars. Aan de andere kant heb ik ook het nodige leedvermaak over een Nederlandse autodief die er na de diefstal van een Belgische auto achter kwam dat misdaad niet altijd loont. De aan hem opgelegde naheffingsaanslag kwam inclusief de 100% boete vermoedelijk ruimschoots uit boven de door hem verwachte opbrengst van het gestolen goed. In dit kader beveel ik het lezen van art. 1 lid 6 BPM dan ook van harte aan aan alle ambtenaren die een eind willen maken aan het in Nederland rondscheuren met in het buitenland gehuurde luxe bolides. Nu moet ik in dit kader wel melden dat er geen eer te behalen valt aan elektrische auto’s omdat daarvoor geen BPM en MRB verschuldigd is, maar bij een niet elektrische bolide is het meestal prijsschieten, tenzij men vooraf een vergunning heeft aangevraagd.

Is hier dan helemaal niets aan te doen? Jawel, maar op grond van het herstelbeleid als genoemd in het laatste Kaderbesluit bpm zijn de mogelijkheden voor de Belastingdienst redelijk beperkt. Rijd je als inwoner van Nederland zonder vergunning in een buitenlandse auto, dan moet de inspecteur onderzoeken of je eventueel in aanmerking komt voor de speciale regeling die geldt voor werknemers of eigenaren van een buitenlands bedrijf. That’s it.

In dit kader pleit ik dan ook voor herinvoering van het tot 2010 geldende waarschuwingsbeleid: toen kreeg je alleen te maken met deze – soms torenhoge – aanslagen wanneer je al eerder schriftelijk gewaarschuwd was voor deze gevolgen of wanneer je beroepshalve op de hoogte had kunnen zijn van deze regeling. Natuurlijk zijn er dan mensen die het er bewust op aan laten komen, maar het negentienjarige meisje uit mijn praktijk zou je hier wel mee kunnen ‘redden’. En die autodief? Tja, die was wel zo slim om een beroep te doen op dat toen geldende waarschuwingsbeleid. De rechter oordeelde echter dat hij als autodief werkzaam was in de autobranche en derhalve beroepshalve op de hoogte had moeten zijn van deze regelgeving. Game, set and match voor de Belastingdienst!

Onbewuste ombouw

Ik heb nog een voorbeeld uit deze categorie: ombouw. Wanneer je er bewust voor kiest om jouw bestelauto om te bouwen tot personenauto (of tot welk ander motorrijtuig dan ook), verdiep je je waarschijnlijk in de fiscale regelgeving of huur je iemand in om dit voor jou te regelen. Het derde lid van art. 1 BPM geeft aan dat BPM verschuldigd is ter zake van de verandering van de hoedanigheid van het motorrijtuig. In deze categorie kom je, naast de bewuste ombouw, ook nog weleens een onbewuste ombouw tegen. Denk daarbij aan een pakketbezorger die het wel handig vindt om een luikje aan te brengen in de tussenwand van zijn bestelauto of aan bouwvakkers die het wel praktisch vinden om een paar kleine boxen in de tussenwand te bevestigen voor een goede geluidsbeleving op de weg. Een ander praktijkvoorbeeld is de eigenaar die een door een inbreker ingeslagen geblindeerde zijruit van zijn bestelauto als tijdelijke noodoplossing heeft vervangen door een gewone zijruit. Ook dit wordt fiscaal gezien als ombouw met als mogelijk gevolg naheffingsaanslagen BPM en MRB met de beruchte boete van 100%.

Onder het regime van eerdere besluiten was fiscaal herstel niet mogelijk wanneer er iets mankeerde aan de tussenwand of zijruit en dergelijke, of er nu sprake was van opzet of niet. In het nieuwe Besluit Inrichtingseisen van 16 december 2021, nr. 2021-213898 wordt dit fiscale onrecht grotendeels hersteld. Op grond van dit besluit mag je – onder toepassing van de hardheidsclausule van art. 63 AWR – eenmalig minieme afwijkingen herstellen zonder fiscale consequenties, maar dan moeten de tussenwand en de geblindeerde zijruit et cetera wel weer intact zijn. Verder wordt geëist dat de auto weer in de fiscaal juiste staat is gebracht en dat zowel het voertuig als de houder ‘onschuldig’ is. Oftewel in fiscaal Nederlands: dat ten aanzien van het motorrijtuig niet eerder een informatieformulier is uitgereikt en dat de kentekenhouder niet eerder schriftelijk is geïnformeerd over de inrichtingseisen van bestelauto’s. Kortom: in deze situatie geldt sinds kort het waarschuwingsbeleid dat we vroeger kenden bij de buitenlandse auto.

Ben je al eerder gewaarschuwd? Dan heb je dus – terecht – pech en betaal je hiervoor de fiscale rekening. Ben je niet eerder gewaarschuwd? Dan ga je eenmalig vrijuit zonder betalen. Een mooi voorbeeld van het herstel van een fiscaal onrecht.

Ik vraag mij tijdens het schrijven van deze Opinie overigens wel af of je als lezer van dit stuk als schriftelijk gewaarschuwd kunt worden gezien … Dit is natuurlijk een flauwe opmerking, maar die opmerking is ingegeven door het feit dat een vroegere cliënt van mij door een inspecteur als ‘eerder gewaarschuwd’ werd beschouwd omdat deze cliënt in zijn auto een krantenartikel had liggen waarin ik waarschuwde voor bepaalde fiscale consequenties. Het is maar dat u het weet.

Andere voorbeelden

Er zijn natuurlijk genoeg andere regelingen die wat harder uitpakken dan wellicht ooit de bedoeling is geweest. Als laatste voorbeeld noem ik de APK-regeling voor geschorste voertuigen. Heb je jouw auto geschorst voor de MRB, dan loop je het risico op een hoge belastingaanslag (een volledig jaar MRB plus 100% boete) per keer dat de auto wordt aangetroffen op de openbare weg. Let wel: ook een parkeerplaats of stoep kan tot de openbare weg gerekend worden. Mag je dan helemaal niets met die geschorste auto? Jawel, er geldt bijvoorbeeld een uitzondering voor de dag dat die auto naar de APK-keuring moet. Maar let op: neem het begrip ‘dag’ hierbij vooral letterlijk. Red je het om de een of andere reden niet om de auto voor sluitingstijd op te halen? Dan kun je fiscaal gezien flink aan de beurt zijn als je betrapt wordt, ook al meld je je de volgende dag nog zo vroeg aan de poort van het autobedrijf.

Het boetebeleid

Wanneer er niets aan de aanslag zelf te doen is, kun je altijd nog kijken naar de boete. Over het recente vergrijpboete-arrest van de Hoge Raad is al het nodige geschreven, maar ook wat betreft de verzuimboete is er van alles te melden. In zijn Kamerbrief van 4 oktober 2022, nr. 2022-0000215034 gaat de staatssecretaris ook in op de verzuimboetes bij de autobelastingen. Hij vindt – in mijn woorden – dat het netjes is om belastingplichtigen eerst te waarschuwen voordat er uiteindelijk een verzuimboete wordt opgelegd. Over verzuimboetes in de MRB en BPM merkt hij echter het volgende op:

‘In de MRB en BPM worden bepaalde verzuimen wel beboet zonder waarschuwing vooraf. Het gaat dan echter om situaties waarin de belastingplichtige op eigen verzoek een geclausuleerde vrijstelling of ontheffing van belastingplicht heeft gekregen (bijvoorbeeld schorsing van een personenauto), een voertuig heeft aangepast waardoor meer belasting is verschuldigd (…) of zonder kenteken rondrijdt. In die gevallen kan redelijkerwijs worden gesteld dat de belastingplichtige wist of behoorde te weten dat hij een risico loopt op beboeting op het moment dat hij zich niet (meer) aan de toepasselijke voorwaarden houdt. Een waarschuwing is daarom niet aangewezen.’

Mag ik hierbij aantekenen dat niet altijd redelijkerwijs kan worden gesteld dat belastingplichtige wist of behoorde te weten dat hij dit risico liep?

Tot slot

Vind ik dat de in deze Opinie genoemde en andere fiscale overtredingen door de vingers moeten worden gezien? Nee, natuurlijk niet. Waar ik in deze Opinie wél voor wil pleiten is de mogelijkheid tot maatwerk, of populairder gezegd: de toepassing van de menselijke maat. Geef de inspecteur wat meer vrijheid om redelijkheid en billijkheid toe te passen in de autobelastingen. Straf misbruik zwaar, maar toon ook mededogen waar dat nodig en mogelijk is. Ik ben zeker niet zo naïef om te veronderstellen dat er dan geen mensen vrijuit gaan die het eigenlijk verdienen om fiscaal gestraft te worden. Ik leg echter wel de vraag voor of we ter voorkoming van dat misbruik zo rigide met de regels om moeten gaan dat we de kans willen lopen dat veel mensen onnodig hard gepakt worden door dit systeem. Dat iets wettelijk gezien juist is, wil namelijk niet zeggen dat het ook rechtvaardig is.

Geschreven in opdracht van Sdu Uitgevers

Prinsjesdag 2022 samenvatting

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Door:Heleen Elbert in opdracht van Twinfield Wolters Kluwer

Prinsjesdag zit er inmiddels weer op. Ik hoorde een paar discussies over het lage aantal gedragen hoedjes en iets over de voorgenomen aanschaf van een nieuw koffertje door Minister Kaag. Dat brengt mij op de vraag wat onze Minister van Financiën daar dit jaar ingestopt had. Er is natuurlijk veel (te veel) om op te noemen, dus ik pak er een paar opvallende zaken uit.Veel wijzigingen waren natuurlijk al bekend uit het coalitieakkoord. Zo heeft de forse verhoging van de tariefopstap in de vennootschapsbelasting (van 15% over 395.000 euro naar 19% over 200.000 euro) het inderdaad gehaald. Een aanpassing van het box 2 tarief voor aanmerkelijkbelanghouders zit er aan te komen, maar deze gaat pas per 2024 gelden. Denk dus goed na over de planning van dividenduitkeringen. Bij grote bedragen kan het voordeliger zijn om deze in 2023 te doen en niet uit te stellen tot 2024. Dit is vanwege de invoering van de Wet Excessief Lenen sowieso handig wanneer de schuld van de aanmerkelijkbelanghouder aan de bv boven de 700.000 euro uitkomt.

Zijn we dan al klaar met de aanmerkelijkbelanghouder? Nee, want ook de gebruikelijkloonregeling wordt per 1 januari aangepast. Hoewel er al plannen rondgingen over het beperken van de zogenoemde doelmatigheidsmarge naar 15%, blijkt deze marge opeens helemaal te verdwijnen! Of er veel aanmerkelijkbelanghouders zijn die hun salaris baseren op meest vergelijkbare werkzaamheden weet ik niet, maar mocht dat bij jou het geval zijn, dan weet je dat je daar volgend jaar geen cent meer vanaf mag wijken.

Box 3

Tja, en wat hebben we allemaal te melden over box 3? Er komt een overgangsregeling tot de invoering van het nieuwe stelsel. Het juist etiketteren van vermogen wordt dan nog belangrijker dan het nu al is. Contantgeld en spaargeld wordt tegen een laag rendement belast, maar dat geldt niet voor vorderingen, aandelen en obligaties. Ik zou mijn uitstaande box 3 vorderingen dus maar snel incasseren. Rondom de peildatum belegging inwisselen voor spaargeld wordt ook nog even een dingetje: daar heeft men een antimisbruikregeling voor in het leven geroepen, met tegenbewijs, dat dan weer wel. Het kan lonend zijn om eens goed naar box 3 te kijken, want het tarief gaat elk jaar met 1% omhoog tot uiteindelijk 34%. De vrijstelling wordt volgend jaar overigens 57.000 euro per persoon.

Andere zaken

Er zijn natuurlijk nog genoeg andere zaken te benoemen. Zo wordt de overdrachtsbelasting nog verder verhoogd dan al aangekondigd en komt de bedrijfsopvolgingsregeling niet in de stukken voor. De reiskostenvergoeding gaat zowaar omhoog naar 21 cent, ook voor de IB-ondernemer en degenen die giftenaftrek of een aftrekpost voor zieken(huis)bezoek claimen.

30%-regeling

Ik sluit af met de 30%-regeling: die wordt in de toekomst beperkt tot de Balkenende norm. Goed verdienende werknemers uit het buitenland gaan er dus iets op achteruit. Een schrale troost is dat de vrije ruimte in de WKR iets omhoog gaat: 0,22% over de eerste 400.000 euro. 

Prinsjesdag 2022: welke fiscale konijnen komen er uit de hoge hoed?

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Door:Heleen Elbert Geschreven in opdracht van Wolters Kluwer

Dit jaar speelt er het nodige in de maatschappij. Dat er oorlogen, boze boeren, hoge energierekeningen en dure boodschappen zijn is je waarschijnlijk niet ontgaan, om nog maar niet te spreken over de energietransitie en woningnood. Hoe zal men deze crisissen willen oplossen? Hierbij mijn vooruitblik.Vaak probeert men een deel daarvan op te lossen via de belastingen. Vanaf volgend jaar kun je waarschijnlijk rekenen op een lager inkomstenbelastingtarief en hogere heffingskortingen voor werkenden. Je zou dus netto meer over kunnen houden om uit te geven, ware het niet dat alle kosten ook zijn gestegen.

Thuiswerkvergoeding niet veel zoden aan de dijk

De minieme verhoging van de thuiswerkvergoeding zal waarschijnlijk ook niet veel zoden aan de dijk zetten. Op het eerste gezicht bespaar je mogelijk meer door op kantoor te gaan zitten en je op rekening van de baas te laten verwarmen. Over verwarming gesproken: het voorstel om de WKR (tijdelijk) uit te breiden met een gerichte vrijstelling voor de energiekosten thuis gaat het waarschijnlijk niet halen. Jouw baas mag best wel een deel van jouw privé energierekening vergoeden, maar dat is dus gewoon belast. In plaats daarvan komt er mogelijk een fonds dat jouw energierekening over neemt wanneer je hierdoor in de problemen komt. Natuurlijk moet die vergoeding dan binnen no time overgemaakt worden en natuurlijk bestaat daardoor de kans op uitvoeringsproblemen. Enfin, we gaan het zien.

Geen btw-verlaging op eerste levensbehoeften

Een btw-verlaging op eerste levensbehoeften (zoals bepaalde levensmiddelen) verwacht ik niet. Ik ben bang dat er bij zo’n voorstel een enorme discussie losbarst over wat er nu wel of niet onder dat tarief valt. Je weet wel, net als bij een eventuele vrijstelling voor groente en fruit. 

Meer duidelijkheid over Box 3

Wat verwacht ik dan wel? Nou, ik hoop in de eerste plaats dat er nog meer duidelijkheid komt over box 3. We weten al dat het nieuwe systeem niet eerder dan 2026 wordt ingevoerd, maar ik ben wel benieuwd hoe we de komende jaren dan door moeten. Wordt de rekening hiervoor inderdaad bij het vastgoed gelegd? Ik ben bang van wel. Mogelijk gaat het eigenwoningforfait omhoog en er zijn ook geruchten dat de boekwinst bij verkoop van een eigen woning wordt belast. Ik verwacht echter niet dat dit laatste onderdeel op korte termijn ingaat. Een verhoging van de overdrachtsbelasting voor vastgoed dat geen eigen woning is, zit echter wel in de pijplijn.

Vennootschapsbelastingtarief omhoog

Een andere belastingmaatregel die pijn gaat doen, is de verhoging van het vennootschapsbelastingtarief: niet alleen gaat de tweede schijf al vanaf 200.000 euro gelden, maar het lage belastingtarief gaat naar verwachting ook omhoog van 15% naar 19%. Het is toch een aardig verschil: 15% over de eerste 395.000 euro of 19% over de eerste 200.000 euro. 

Zelfstandigenaftrek nog meer omlaag

Voor inkomstenbelastingondernemers heb ik ook minder goed nieuws: de zelfstandigenaftrek gaat nog meer omlaag dan in eerdere jaren is aangekondigd. Het zou mij niet verbazen wanneer deze binnen een aantal jaren helemaal verdwenen is… Om maar in ondernemerssferen te blijven: het handhavingsmoratorium voor de Wet DBA blijft nog wel even bestaan, in normaal Nederlands: de kans dat de Belastingdienst binnenkort komt controleren of de door jou ingehuurde ondernemer toch misschien een schijnzelfstandige is, is niet zo heel erg groot. Natuurlijk is het wel verstandig om hier zelf eens kritisch naar te kijken, je weet per slot van rekening maar nooit. 

En dan nog de auto..

Tja, en dan hebben we natuurlijk nog de auto. Voor een elektrische auto geldt volgend jaar een bijtelling van 16% over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde (bij waterstof of zonne-energie over de hele cataloguswaarde). Let wel even op dat deze percentages en bedragen voor volgend jaar weliswaar zijn vastgelegd, maar dat dat niet wil zeggen dat ze niet last-minute kunnen worden gewijzigd. Wat wel goed is om te weten is dat je volgend jaar als particulier nog steeds subsidie (SEPP) kunt aanvragen bij de aankoop of lease van een elektrische auto. Het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s wordt wel iets lager, maar het is toch leuk meegenomen nietwaar?

Welke fiscale konijnen komen er uit de hoge hoed?

Enfin, er staan nog veel meer wijzigingen gepland. Volgende week gaan we zien welke uitgelekte plannen doorgaan, welke in de prullenbak zijn verdwenen en welke nieuwe fiscale konijnen uit de hoed worden getoverd. Ik ben benieuwd…  

Heleen Elbert fiscaal-jurist

Heleen ElbertFiscaal-jurist, specialist autobelastingen

Scheiden doet lijden, ook in de toeslagenaffaire?

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Dat de regelgeving rondom de toeslagen tot de nodige ellende heeft geleid is ongetwijfeld opgevallen. Dat een relatiebreuk en dan met name een echtscheiding tot de nodige ellende kan leiden is menigeen ook bekend. Dus, wat krijg je als je de toeslagenellende combineert met een echtscheiding? Juist: nog meer ellende. Nou ja, er zijn natuurlijk stellen waarvoor dat niet geldt, maar het is beter om uit voorzorg het een en ander goed met elkaar af te spreken. Dat er zelfs dan gedoe kan zijn, blijkt uit de volgende zaak.

Door mr. H.A. (Heleen) Elbert, Elbert Fiscaal, verschenen in BelastingZaken Magazine nr. 2, april 2022

Een echtpaar heeft in de jaren 2014 – 2016 een conflict met de Belastingdienst over de belasting en over de toeslagen, in dit geval de kinderopvangtoeslag. Men moet een fors bedrag (een kleine € 60.000) terugbetalen aan de Belastingdienst. Of de stress rondom de terugbetaling en de daaropvolgende discussie met de Belastingdienst tot de scheiding hebben geleid weten we natuurlijk niet, maar het echtpaar gaat in 2017 uit elkaar. Eind 2017 spreekt de rechtbank de echtscheiding uit. Ze nemen allerlei afspraken op in het echtscheidingsconvenant en ook de toeslagenschuld komt daarbij aan de orde. De discussies met de Belastingdienst lopen nog, maar men spreekt af dat de het uiteindelijke eindbedrag van de schuld voor rekening van de vrouw komt. In een ander deel van het echtscheidingsconvenant spreken beiden af dat nagekomen baten uit de huwelijksperiode aan elkaar gemeld worden. Het is de bedoeling om deze eerlijk te delen.

De Toeslagenaffaire

De afloop van de toeslagenaffaire heeft ruimschoots de pers gehaald. Voor dit ex-paar betekent het dat de kinderopvangtoeslag uiteindelijk toch niet terugbetaald hoeft te worden. Goed nieuws dus voor mevrouw. Voor gedupeerden van deze affaire, zoals deze ex-echtgenoten zijn er diverse vergoedingsregelingen opgetuigd, maar hoe werkt dat dan uit als men inmiddels uit elkaar is? Wie heeft dan waar recht op en hoe regelt men dat? Het praktische probleem is namelijk dat slechts een van de ouders de kinderopvangtoeslag aan kan vragen. Deze ouder is dan de toeslagouder. Is men nog bij elkaar, dan is de andere ouder niet de toeslagouder, maar de toeslagpartner. Omdat de toeslagouder de kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, is dat de ouder die recht heeft op een (schade)vergoeding. De andere ouder vist dus in principe achter het net.

Vergoeding gedupeerden toeslagenaffaire

Als gedupeerde van de toeslagenaffaire kan men een beroep doen op een aantal vergoedingen. Natuurlijk zijn daar voorwaarden aan verbonden. We zetten er een aantal op een rij:

  1. De Catshuisregeling

Deze regeling is ingesteld door voormalig staatssecretaris Alexandra van Huffelen. Degene die de toeslag ooit heeft aangevraagd krijgt € 30.000 uitbetaald. Is dit hoger dan de onterecht teruggevorderde of niet ontvangen kinderopvangtoeslag? Dan hoeft er niets terugbetaald te worden. Is het bedrag hoger, dan kan men een aanvulling aanvragen. Om gebruik te mogen maken van deze Catshuisregeling moet men zich melden. Deze regeling is bedoeld voor mensen waarvan de kinderopvangtoeslag tussen 2005 en 2019 onterecht is stopgezet of onterecht moest worden terugbetaald. Bovendien moet de terugbetaling of verlaging van de kinderopvangtoeslag in een van de jaren minimaal € 1.500 bedragen. Deze grens geldt overigens niet als er sprake is van vooringenomenheid. Dat men geen recht heeft op deze regeling wanneer men geen kinderen heeft of nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd spreekt waarschijnlijk wel voor zich. Dat men er ook geen recht op heeft wanneer de terugbetaling bijvoorbeeld een gevolg is van een te hoog geschat aantal uren aan kinderopvang of te weinig gewerkte uren is in de praktijk wat minder bekend.

  • Aanvullende compensatie

Heeft men niet genoeg aan de Catshuisregeling, dan kan men bijvoorbeeld nog een aanvullende compensatie aanvragen. Hiervoor moet men integrale toetsing aanvragen.

De aanvullende compensatie bestaat uit de som van:

  • De kinderopvangtoeslag waar men recht op had maar die men onterecht niet heeft ontvangen of heeft moeten terugbetalen.
  • Een vergoeding voor materiële en immateriële schade
  • De aan de Belastingdienst betaalde rente en kosten.
  • Een vergoeding voor juridische hulp die in het verleden is ingeschakeld (bijvoorbeeld de factuur van de fiscalist die de rechtszaak heeft gevoerd.)
  • Een rentevergoeding; en
  • Een aanvullende vergoeding van 1%

Van dit totaalbedrag trekt men de eerder betaalde € 30.000 af.

Degene die de kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, kan deze vergoedingen (Catshuis en compensatie) aanvragen. Een eventuele toeslagpartner of ex-toeslagpartner (de ‘andere ouder’) dus niet. Wanneer beiden nog bij elkaar zijn, zal deze bepaling waarschijnlijk niet zoveel problemen opleveren, maar wanneer er sprake is van een echtscheiding, is dat meestal een heel ander verhaal. De ene gedupeerde ouder ontvangt dan bijvoorbeeld de vergoeding van € 30.000 of meer, de ander niets.

  • Aanvullende vergoeding werkelijke schade

Na de in de vorige paragraaf genoemde integrale behandeling toetsing is er een mogelijkheid om de door de staatssecretaris ingestelde, onafhankelijke, Commissie Werkelijke Schade in te schakelen. Wanneer uit deze toetsing komt dat de werkelijke schade hoger is dan de hiervoor genoemde vergoedingen, kan hier een aanvullende vergoeding uit voortkomen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een aanvullende immateriële schadevergoeding of een vergoeding voor inkomensverlies vanwege de toeslagenaffaire.

  • Vergoeding ex-toeslagpartner

Andere gedupeerden dan de toeslagouder kunnen eventueel ook aanspraak maken op een vergoeding. Zo krijgen de gedupeerde kinderen een vergoeding, maar hoe zit het dan met de ex-toeslagpartner? Op dit moment ontvangt deze niets: de vergoeding is namelijk bedoeld voor het hele huishouden en de overheid gaat ervan uit dat men de verdeling van de ontvangen vergoeding in onderling overleg regelt. In de theorie is dit natuurlijk een prima opstelling, de overheid kan zich daar niet mee bemoeien. In de praktijk is het soms een heel ander verhaal, niet alle ouderparen (en zeker niet alle ex-echtgenoten) komen er samen uit. Om dit praktische probleem op te lossen, is een speciale regeling voor de exen in de maak. Maar let op: het kabinet heeft halverwege vorig jaar wel aangegeven dat men van plan is om de voormalig toeslagpartner te compenseren, maar dit is nog niet geregeld. De laatste update van de aanvraagpagina (de update van 15 april jl.) geeft aan dat dit plan nog steeds in de steigers staat. Ze werken er hard aan de ontwikkeling van de ex-partnerregeling, zo staat op deze webpagina te lezen. Is er nieuws, dan zal dat op deze website komen te staan. Van de mededeling dat de ex-partner hierover geen contact op kan nemen zou ik als ex-partner niet al te vrolijk worden. Zou men hiermee bedoelen dat men lekker door wil werken aan deze regeling zonder gestoord te worden door allerlei vragen?

Een klein lichtpuntje is dat men aangeeft al in stap 3 van de in totaal 5 stappen te zitten. Op 14 april jl. heeft de huidige staatssecretaris, Aukje de Vries, namelijk een zogenoemd Voortgangsrapportagetabblad naar de Tweede Kamer gezonden waarin zij de ex-partnerregeling verder toelicht. Helaas kan deze regeling nog niet in het wetsvoorstel ‘Wet hersteloperatie toeslagen’ worden opgenomen. De staatssecretaris wil de regeling graag goed op papier zetten zodat alleen de juiste ex-toeslagpartners een vergoeding ontvangen. Zodra ze weet hoe de regeling er precies uit moet komen te zien, hakt ze de knoop door en laat ze van zich horen. Daarna moet het voorstel natuurlijk nog het wetgevingsproces door, dus het gaat nog wel even duren. De staatssecretaris gaat er van uit dat de ex-partnerregeling op z’n vroegst in het tweede kwartaal van 2023 bekend is.

  • Kwijtschelding schulden

De Belastingdienst, de Belastingdienst/Toeslagen, CJIB, UWV, DUO, het CAK, LBIO, gemeenten, waterschappen en andere publieke organisaties schelden veel schulden van gedupeerde ouders kwijt. Dit geldt ook voor de schulden van hun huidige toeslagpartners. De ex-toeslagpartner komt hier dus niet voor in aanmerking en vist achter het net.

De gedupeerde ouder en zijn huidige toeslagpartner hoeven niets te doen voor deze kwijtschelding. Zelfs de ontvangen vergoeding hoeft men hier niet voor aan te spreken.

Bij deze kwijtscheldingsregeling gaat het om schulden van voor 1 januari 2021. Gaat het om een belasting- of toeslagschuld over het jaar 2020, dan wordt deze ook meegenomen wanneer de aanslag na 1 januari 2021 wordt opgelegd. Deze aanslagen worden direct na het opleggen automatisch kwijtgescholden.

Maar, stel dat men die compensatie van € 30.000 heeft gebruikt om schulden af te betalen? In dat geval krijgt men dat bedrag ook vergoed, uiteraard tot maximaal het ontvangen compensatiebedrag.

Hiervoor gelden onder meer de volgende voorwaarden:

  • Het gaat om een betalingsachterstand bij een private schuldeiser vóór 1 juni 2021 of een publieke schuld die gaat over de periode vóór 1 januari 2021; en
  • u hebt de compensatie gekregen vóór 13 februari 2021.
  • Als u de compensatie hier niet voor gebruikt had, zou de afgeloste schuld in aanmerking zijn gekomen voor de kwijtscheldingsregeling.

Is men pas na de aflossing als gedupeerde aangemerkt? Dan geldt er een soortgelijke regeling.

  • Aflossing private schulden

Gedupeerde ouders kunnen niet alleen aanspraak maken op kwijtschelding van overheidsschulden, maar de overheid is zelfs bereid private schulden van gedupeerden te zoveel mogelijk af te lossen. Niet alleen de private schulden van de toeslagouder, maar ook private schulden van de huidige toeslagpartner van deze toeslagouder. De ex-toeslagpartner komt hier dus ook niet voor in aanmerking.

Is de toeslagouder officieel aangemerkt als gedupeerde en heeft deze ouder € 30.000 of meer ontvangen als vergoeding? Dan kan men zich sinds 5 januari jl. melden bij het loket private schulden. Bij dat loket kan men een overzicht van de private schulden inleveren. Onder deze regeling vallen de meeste bestaande betalingsachterstanden, boetes en ophogingen. Deze moeten zijn ontstaan tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. Normale (maandelijkse) betalingen zoals voor energie, water of telefoonabonnementen moet men wel blijven betalen. Zogenoemde gerechtelijke schulden kunnen ook bij het loket private schulden worden aangemeld.

  • Betaalpauze

Zodra gedupeerden de vergoeding van € 30.000 of een andere compensatie hebben ontvangen, kunnen zij op de pauzeknop drukken: de schulden worden dan gepauzeerd. Hoewel deze regeling officieel ‘moratorium’ wordt genoemd, spreekt men in de praktijk over een betaalpauze.

Wat gebeurt er tijdens de betaalpauze?

In die periode mogen schuldeisers geen beslag leggen op die 30.000 euro of een eventuele andere compensatie. De achterliggende gedachte achter deze pauze is het brengen van rust. De gedupeerde ouder is dan in de gelegenheid om met zijn schuldeisers te praten over een oplossing en kan ondertussen de vergoeding gebruiken voor een nieuwe start.

Welke schulden kunnen worden gepauzeerd?

Deze pauzeknop geldt allen voor de schulden die voor het indrukken van die pauzeknop zijn ontstaan. Deze betaalpauze geldt voor de gedupeerde toeslagouder, maar ook voor de – wederom alleen – huidige toeslagpartner van deze persoon.

Welke schulden kunnen niet worden gepauzeerd?

Normale maandelijkse betalingen (bijvoorbeeld voor energie, water, een krantenabonnement) kunnen niet worden gepauzeerd, net als schulden die zijn ontstaan na de ontvangst van de € 30.000.

Hoe werkt de pauzeknop?

Voor publieke schulden hoeft men niets te doen: deze pauzeknop wordt automatisch ingedrukt. Bij private schulden werkt dat anders: in dat geval moet de toeslagouder (of zijn huidige toeslagpartner) een bepaalde code doorgeven aan deze private schuldeiser. Deze code staat in een brief die de toeslagouder automatisch thuis ontvangt.

Hoelang duurt de betaalpauze?

De betaalpauze duurt een jaar en geldt zowel voor publieke als voor private schulden.

In dat jaar probeert de overheid zoveel mogelijk schulden op te lossen. Zijn de schulden na dat jaar nog niet opgelost? Dan loopt de pauzeknop voor publieke schulden door. Deze verlenging geldt niet voor private schulden.

Tegemoetkoming en echtscheiding

Zoals hiervoor aangegeven, gelden heel veel tegemoetkomingen alleen voor de ouder die de kinderopvangtoeslag ooit heeft aangevraagd. De regelingen gelden ook voor de huidige toeslagpartner van deze persoon. Daaruit volgt automatisch dat een ex-toeslagpartner vooralsnog buiten de boot valt. Deze ex-toeslagpartner kan eventueel gebruik maken van de tegemoetkoming voor ex-toeslagpartners, maar de tegemoetkoming voor ex-partners staat nog in de steigers tot minimaal het tweede kwartaal van 2023. In geval van een echtscheiding of een andere beëindiging van het toeslagpartnerschap is het aan te raden niet alleen aandacht te besteden aan de gebruikelijke zaken zoals alimentatie enzovoort, maar ook aan de diverse compensatieregelingen voor gedupeerden van de toeslagenaffaire.

Terug naar de zaak

De ex-echtgenoten uit het begin van dit artikel zijn gedupeerd door de toeslagenaffaire. De vrouw is in dit geval de toeslagouder, de man is de ex-toeslagpartner. Zij doet onder meer een beroep op de Catshuisregeling en de aanvullende vergoeding. Hij meldt zich alvast aan voor de ex-toeslagpartnerregeling. Ze waren gehuwd in gemeenschap van goederen en in hun echtscheidingsconvenant hebben zij afgesproken eventuele nagekomen baten eerlijk te delen. Wat nu? Kun we de ontvangen en/of nog te ontvangen toeslagenvergoedingen/compensaties zien als een nagekomen bate die gedeeld moet worden? Of hoeft dat juist niet omdat die compensatie aan de toeslagouder verknocht is en dus niet met de ex gedeeld hoeft te worden? Moet men een ontvangen vergoeding actief melden aan de ex of hoeft dat niet? Mocht je tot de conclusie komen dat de helft van de vergoeding verschuldigd is aan de ex-echtgenoot, dan komt de volgende vraag naar boven: valt deze private schuld onder de private schulden die je niet hoeft te betalen?  

De ex-echtgenoten komen er blijkbaar onderling niet uit, dus jaren na hun echtscheiding staan ze weer samen voor de rechter. De man vindt dat de vrouw hem de helft van de door haar ontvangen van € 30.000 moet betalen. Hetzelfde geldt voor de in de toekomst door haar te ontvangen aanvullende vergoeding. De vrouw is het hier beslist niet mee eens, maar stelt voor de zekerheid dat zij in dat geval ook de helft van zijn toekomstige ex-toeslagpartnervergoeding wil ontvangen.

De uitspraak

We kunnen er kort over zijn: de rechter vindt dat de toeslagencompensatie inderdaad een nagekomen bate is omdat het een compensatie voor het leed dat zij samen hebben geleden tijdens het huwelijk. De kinderopvangtoeslagschuld is namelijk ontstaan tijdens het huwelijk. Het is een huwelijkse schuld, dus zij hebben beiden recht op deze compensatie ook al wordt deze slechts aan een van de partners uitbetaald. Ook de rechters van Rechtbank Den Haag hebben geconcludeerd dat een compensatie in verband met de toeslagenaffaire moet worden verdeeld, omdat deze in de (partnerschaps)gemeenschap valt.

De conclusie is dus dat beiden de eventueel ontvangen compensatie met de ander moeten delen. Dit is dan weliswaar een private schuld, maar deze schuld wordt niet kwijtgescholden of overgenomen door de overheid. De ex-echtgenoot is namelijk niet een gewone schuldeiser, maar iemand die aanspraak maakt op een verdeling van een nagekomen bate. Men kan overigens onder zo’n verdeling uitkomen als er sprake is van verknochtheid. Verknochtheid zie je in de praktijk wel eens bij erfstukken of een eigen bedrijf. Geldt dat ook voor een zo’n toeslagencompensatie? De vrouw wijst onder op de stress die zij heeft gehad vanwege de toeslagenaffaire en de bijbehorende BKR-registraties. Omdat de toeslagendiscussie zich al tijdens het huwelijk afspeelde, ziet de rechter niet in waarom de vrouw de enige is die daar last van heeft gehad. Het argument van de verknochtheid gaat hier dus niet op. Kortom, beide echtgenoten moeten elkaar op de hoogte houden van eventueel ontvangen compensaties en deze bedragen keurig met elkaar delen.

Tot slot

Scheiden doet leiden, ook in de toeslagenaffaire. Hoewel niet iedereen in gemeenschap van goederen is gehuwd en niet iedereen dezelfde afspraken in het echtscheidingsconvenant zet, kunnen we in veel gevallen de voorzichtige conclusie trekken dat voormalig toeslagpartners de ontvangen compensatie met elkaar moeten delen als deze betrekking heeft op de periode dat zij nog elkaars toeslagpartner waren. Bij gemeenschap van goederen krijgt ieder in dat geval de helft, bij huwelijksvoorwaarden kan dat anders zijn. Voorkom aanvullende rechtszaken en laat dit goed uitzoeken voordat een eventueel convenant wordt ondertekend.

Bron: Rb. Overijssel 16-02-2022 (ECLI:NL:RBOVE:2022:498), Rb. Den Haag 25-5-2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:9067) en 09-11-2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:13732)

Handige links:

https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/catshuisregeling-kinderopvangtoeslag/

https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/catshuisregeling-kinderopvangtoeslag/hoe-werkt-de-catshuisregeling-kinderopvangtoeslag-e30-000-regeling/

https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/kinderopvangtoeslag-herstelregelingen/compensatieregeling/

https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/kinderopvangtoeslag-herstelregelingen/ook-een-ex-partner-kan-gedupeerd-zijn/

https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/verder-zonder-schulden/private-schulden-afbetalen/

https://www.werkelijkeschade.nl/ (Website Commissie Werkelijke Schade)

Gratis SV-dossier Fiets van de Zaak

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

Bedrijven ondernemen meer actie om hun CO2-voetafdruk te verminderen. Voor steeds meer werknemers wordt de auto geruild voor een fiets van de zaak, om de dagelijkse CO2-uitstoot te verlagen. Er wordt dan ook van jou als (salaris)administrateur verwacht dat jij alles weet over de fiets van de zaak en de bijtelling.  

De ontwikkelingen rondom de fiets van de zaak zijn in de fiscale praktijk nog redelijk onontwikkeld terrein. Hoewel de regeling in eerste instantie lijkt op de regeling rondom de auto van de zaak, kan deze in de praktijk heel anders uitwerken. Tijd voor verdieping!  
In het SV-dossier Fiets van de zaak legt Heleen Elbert uit wat een fiets van de zaak precies is. Zij gaat onder meer in op de bijtelling voor het privégebruik, de eigen bijdrage en de bewijslast. Maar ook het vergoeden of verstrekken van een fiets en de renteloze lening voor de aanschaf komen aan bod in het dossier.  
Download gratis het SV-dossier Fiets van de zaak
Tip: Wil jij juist meer weten over de Auto van de zaak? Download dan het SV-dossier Auto van de zaak of volg onze online training op 24 mei.  

Nu te bestellen: Auto & Fiscus 2022

Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.

De 100 meest gestelde vragen over uw auto en de fiscus, handzaam en praktijkgericht.

Bestel je exemplaar via deze link, of mail jouw bestelling naar boek@elbertfiscaal.nl of info@autoenfiscus.nl Je hebt al een exemplaar voor 17,95 euro, bestel je voor 1 april? Dan nemen wij de verzendkosten voor onze rekening!

OP = OP

Wil je liever een exemplaar in jullie eigen huisstijl? Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.