Premie ANW Vangnetverzekering niet aftrekbaar
Wij werken in opdracht van zakelijke cliënten maar ook als mediator tussen twee belanghebbenden.
Ga er niet automatisch van uit dat een door u betaalde premie aftrekbaar is. De Hoge Raad heeft bijvoorbeeld geoordeeld dat de premie die betaald wordt voor een particuliere ANW Vangnetverzekering niet aftrekbaar is. De verzekering is afgesloten door de werknemer om zijn echtgenote na zijn overlijden een extra uitkering te bezorgen ter aanvulling op de ANW. Het betreft in dit geval een verzekering bij het bedrijfstakpensioenfonds van de werkgever, maar omdat de werkgever verder geen bemoeienis heeft met deze aanvullende verzekering is de premie niet aftrekbaar als negatief loon. Daarnaast kan de werknemer de betaalde premie ook niet als lijfrentepremie aftrekken. Dit komt omdat de verzekeringsvoorwaarden afkoop niet verbieden, terwijl dit afkoopverbod wel noodzakelijk is voor deze aftrekpost. Kortom, de werknemer kan de door hem betaalde premie niet aftrekken.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Bron: Hoge Raad 23 maart 2012, nr. 10/03582
Auteur: mr. H.A. Elbert
betreft conclusie 12. van de AG: LJN: BR 4559, Hoge Raad, 10/03582
“Mijn conclusie strekt tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie, tot vernietiging van de uitspraken van het Hof en de Rechtbank alsmede van de uitspraak van de Inspecteur en tot vermindering van de de aanslag tot één naar een belastbaar inkomen van € 30.120.”
Mag ik hieruit opmaken dat de vrijwillige premie ANW-hiaat wel degelijk aftrekbaar is.
Geachte heer Prenen,
Hartelijk dank voor uw reactie.
De Advocaat-Generaal is inderdaad van mening dat de premie wel aftrekbaar zou moeten zijn, maar de Hoge Raad heeft het door u vermelde (vrijblijvende) advies niet gevolgd.
De Hoge Raad heeft beslist dat de verzekeringspremie niet aftrekbaar is. Dit kunt u terugvinden in de volgende overwegingen:
3.2.3. De hiertegen gerichte eerste klacht houdt in dat het Hof aldus te strenge eisen heeft gesteld aan de kwalificatie van een betaling als negatief loon. Deze klacht faalt, aangezien het hiervoor in 3.2.2 weergegeven oordeel van het Hof juist is. Daarbij verdient opmerking dat de enkele omstandigheid dat een betaling achterwege zou zijn gebleven als er geen sprake was geweest van een dienstbetrekking, onvoldoende is om het voor (negatief) loon vereiste verband tussen de dienstbetrekking en die betaling aan te nemen (vgl. HR 24 juni 1992, nr. 28156, LJN ZC5026, BNB 1993/19).
3.3.7. Het hiervoor in 3.3.4 tot en met 3.3.6 overwogene brengt mee dat de onderhavige verzekering niet voldoet aan de voorwaarden die artikel 1.7, lid 1, van de Wet IB 2001 stelt, zodat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor aftrek van de premie als premie van lijfrente. Ook de tweede klacht kan derhalve niet tot cassatie leiden. In het midden kan blijven of in het onderhavige geval wordt voldaan aan het zogenoemde afkoopverbod, en in het bijzonder welke betekenis in dat verband toekomt aan de hiervoor in 3.1.3 vermelde bepaling in de polisvoorwaarden.
Met vriendelijke groet,
Heleen Elbert
Lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs