In dit geval heeft de eigenaar van het administratiekantoor enkele procedures gevoerd over een effectenleasezaak. De advocaat die deze zaak voor hem gevoerd heeft, stuurt een factuur van € 20.000 plus (toentertijd) 19% omzetbelasting ad € 3.800 naar een door de ondernemer beheerde stichting. Deze stichting factureert de advocaatkosten vervolgens door aan het administratiekantoor. Het administratiekantoor vraagt de € 3.800 omzetbelasting daarna terug van de Belastingdienst.
Bij een latere belastingcontrole loopt de ondernemer tegen de lamp en wordt de teruggaaf geschrapt. Hoewel advocaatkosten uiteraard zakelijk kunnen zijn, is in dit geval namelijk geen link met de zaak of zakelijk vermogen. De ondernemer denkt argumenten te hebben voor de teruggaaf en gaat procederen bij de rechtbank: anderen hebben volgens hem namelijk wel een teruggaaf gehad voor gelijksoortige kosten. Dit kan de rechter niet overtuigen. De Belastingdienst wordt in het gelijk gesteld.